
Hoogbegaafd zijn, dat is ook...
Je bent negen jaar en dol op lezen. Niet zomaar lezen, maar echt verslinden. Kinderboeken heb je in recordtempo uit. Die geven je al lang niet meer genoeg voldoening. Je zoekt boeken die je uitdagen, verhalen die je meeslepen en personages die je raken. Maar dan komt het moment dat je in de bibliotheek staat en vol enthousiasme een boek uit de +12-afdeling in je handen houdt. Je ouders staan naast je, al even enthousiast. Maar de baliemedewerker kijkt afkeurend: “Neen, dit mag niet.”
Waarom niet? Omdat je negen bent. De bibliotheekregels bepalen dat de +12-afdeling niet voor jou is. “Maar,” proberen je ouders nog, “wij geven toestemming. Ze leest al op een veel hoger niveau.” Toch blijft het antwoord hetzelfde. Als compromis mogen je ouders het boek op hun kaart lenen. Jij mag het dan thuis lezen, alsof je een soort illegaal handeltje drijft in verboden literatuur.
En zo loop je naar buiten met alweer dat gevoel: ‘Ik ben anders. Ik pas niet in het systeem.’ En dat blijft hangen.
De frustratie van kaders en hokjes
Dit soort situaties lijkt misschien een klein euvel, maar voor een hoogbegaafd kind staat het symbool voor iets groters. Het bevestigt de boodschap die al vaak te horen krijgt: jij bent ‘abnormaal’. Het onderwijssysteem, leeftijdsgebonden regels en maatschappelijke verwachtingen; ze zijn niet ingericht op kinderen die buiten de lijnen kleuren. En dat schuurt.
Natuurlijk draait het niet om dat ene boek in de bib. Het gaat om de boodschap erachter. Je leert al jong dat je je moet aanpassen aan een wereld die niet altijd ruimte biedt voor wie jij werkelijk bent. In plaats van waardering voor jouw nieuwsgierigheid, krijg je grenzen te zien. Terwijl net jouw verlangen naar kennis en verhalen zou moeten worden aangemoedigd.
Wat doet dat met een kind?
Het gevolg van zulke regels gaat verder dan een moment van teleurstelling. Het leert kinderen dat ze niet gehoord of gezien worden. Dat hun intellectuele behoeften minder belangrijk zijn dan de regels van een systeem. Hoogbegaafde kinderen voelen zich vaak al anders – niet beter, maar anders. En in plaats van dat verschil te omarmen, wordt het benadrukt op manieren die eenzaam kunnen maken.
Ontmoediging ligt op de loer. Een kind dat keer op keer hoort dat wat het wil of nodig heeft niet past binnen de normen, kan zijn enthousiasme verliezen. Misschien stopt het zelfs met boeken te proberen lenen die ‘niet voor zijn leeftijd zijn’. Misschien stopt het wel met vragen stellen. En dat is toch precies wat we niet willen: een kind dat zijn nieuwsgierigheid en ambitie inperkt.
Wat kan er anders?
Het is natuurlijk niet de fout van de bibliotheekmedewerker die de regels toepast. Het gaat om een systeem dat niet flexibel genoeg is om met uitzonderingen om te gaan. Maar wat zou er gebeuren als we dat systeem durfden te herzien?
Laat ons toch stellen dat de ouders de negenjarige kunnen inschatten. Dat zij met openheid met het kind omgaan en gesprekken voeren. ‘Lief kind, waarom wil je dit boek lezen? Begrijp je waarover het gaat?’ Want is het niet dat wat ouders horen te doen? Hun kind ondersteunen in zijn ontwikkeling en het vertrouwen en begrip geven?
Een eenvoudig vinkje met ‘ouders geven toestemming’ in het systeem, en dit verhaal wordt herschreven…
Hoogbegaafd zijn, dat is ook…
Hoogbegaafd zijn betekent vaak buiten de lijntjes kleuren, zowel in denken als in doen. Het betekent nieuwsgierig zijn naar de wereld, naar kennis en naar verhalen – soms verder dan wat als ‘normaal’ wordt gezien (voor jouw leeftijd). En helaas betekent het ook dat je soms op grenzen stuit die niet nodig zouden moeten zijn.
Dus ja, hoogbegaafd zijn, dat is ook als negenjarige geen +12-boeken mogen lenen. Maar het zou zoveel meer kunnen zijn als we die nieuwsgierigheid omarmen en de systemen aanpassen. Want stel je voor wat er mogelijk is als elk kind – hoogbegaafd of niet – de ruimte krijgt om te groeien op zijn of haar eigen tempo. Dan zijn regels niet langer een belemmering, maar een springplank naar een wereld vol mogelijkheden.